Huisdichter Sander werpt een blik op de maandelijkse gemeenteraad

Veruit de meest besproken bevoegdheid van een stadsbestuur, is haar vergunningenbeleid. Een burgemeester wordt immers herinnerd door de gebouwen die hij of zij nalaat. De huidige heeft intussen al een indrukwekkend track-record met als vlaggenschepen de Astortoren en Residentie Romano.

Maar dat de bouwwoede in Geel nog lang niet bekoeld is, bleek afgelopen gemeenteraad uit twee lange uiteenzettingen van schepen Bart Julliams (N-VA). De eerste ging over een bouwvergunning op de hoek van de Waaiburg en de Anemoonstraat. Daar had een projectontwikkelaar het onzalige idee om een statige villa te slopen en er maar liefst 18 nieuwe appartementen te zetten. Hoewel het stadsbestuur doorgaans niet avers is van verdichting, vond het deze plaats toch ook niet het meest geschikt voor “een joekel” van een appartementsgebouw. Het antwoordde bijgevolg, ondanks een positief advies van zijn administratie, negatief op de vergunningsaanvraag. Vervolgens ging het in gesprek met de ontwikkelaar om te vragen of hij het niet een beetje minder groots kon zien. Maar de stad had geen poot om op te staan: haar eigen RUP uit 2008 ziet immers geen graten in het megaproject. Dat oordeelde de deputatie van de provincie Antwerpen tenminste, waarna de stad die schoorvoetend moest bijtreden – een beetje ongemakkelijk schuifelend als een schoolkind dat zijn huiswerk niet goed gemaakt heeft.

Maar dé bouwwerf van deze legislatuur moet in de stationsomgeving komen, waar de stad samen met Gavra en Skyline Europe NV via de procedure ‘complexe projecten’ een, welja, complex project uit de grond wil stampen. Ware het niet dat de procedure op zichzelf zo complex is dat een kat haar jongen er niet in terugvindt. Hoewel het traject net ontwikkeld was om verschillende aspecten tegelijk af te handelen, blijkt die aanpak nu vooral tot stilstand te leiden. Omdat projectontwikkelaars het liefst nog in dit leven ontwikkelen, maakten ze de stad in een ‘confidentieel gesprek’ kenbaar dat ze het wachten kotsbeu zijn. In dat gesprek wezen ze schepen Julliams er bovendien subtiel op dat er ook andere wegen bestaan dan via het proces ‘complexe projecten’.

Wegens de confidentialiteit van het gesprek, zijn we genoopt om aan de hand van Julliams’ uiteenzetting dit gesprek terug bijeen te fantaseren, en laat ons, journalisten, daar nu juist goed in zijn. We stellen het ons als volgt voor: “Kent u de gelijkenis tussen de mop van de mummy en ons project, schepen Julliams?” “Ze zijn allebei te ingewikkeld?” (buldergelach) “Inderdaad! Maar waarom moeilijk als gemakkelijk ook gaat? Mogen we die toren daar niet gewoon zetten?” Waarop de schepen naar verluidt onwrikbaar antwoordde: “Mijne heren, dit project is niet voor jullie, het is όόk voor jullie. Maar het is er vooral één voor de Gelenaar.”

Of dat wilde hij ons toch doen geloven.

© Sander Verwerft