Geel

Wordt fietser koning in stadscentrum?

Maandag zal Geel wakker worden met een grote fietszone in het stadscentrum. In deze fietszone geldt een maximumsnelheid van 30 kilometer per uur en zullen de fietsers het tempo bepalen. Ze mogen heel de breedte van hun rijbaan gebruiken: dat betekent dat ze in enkelrichtingstraten de hele breedte mogen gebruiken en in dubbelrichting de halve. Gemotoriseerd vervoer zal de fietsers niet mogen voorbijsteken, tenzij prioritaire voertuigen met sirene en zwaailicht. Elektrische fietsen en speedpedelecs worden binnen deze zone als ‘fietsers’ beschouwd en mogen wel inhalen, maar niet sneller dan 30 kilometer per uur rijden.

© Stad Geel

Achter dat principe kunnen de meeste partijen van de Geelse meerderheid en oppositie zich scharen. Nochtans kwam de fietszone er niet zonder slag of stoot. Vorig jaar zorgde een gelekt kaartje immers nog voor heel wat ophef. Dat plannetje was een werkstuk van de mobiliteitsdenktank van CD&V Geel en circuleerde binnen die werkgroep via Whatsapp. Toen een lid van die werkgroep, tegen de afpraken in, het kaartje getoond had aan enkele Geelse burgers en handelaars, was er heel wat commotie ontstaan. Dat leidde zelfs tot een scherp persbericht van Gert Van Hoecke, voorzitter N-VA Geel, met als titel ‘‘Plan Pareijn’ … Tweede zit!’. Op dat werkdocument was weliswaar een kleinere fietszone voorzien, maar ook enkele zogenaamde ‘knippen’, waardoor het centrum minder doorrijdbaar werd.

Dat idee werd echter in de media getorpedeerd – Van Hoecke stelde dat het ‘plan Pareijn’ uitging van een verouderde visie op mobiliteit – en de contouren van dat oorspronkelijke plan werden nooit helemaal duidelijk. Na herhaalde aanvraag, blijft het stadsbestuur de openbaarmaking van de documenten bij dat eerste plan weigeren, ‘omdat ze correcte en relevante informatie wil communiceren naar de burgers toe’. Nochtans zijn dergelijke documenten relevant voor de ontstaansgeschiedenis van de huidige fietszone en zou het enkel zorgen voor meer transparantie over welke keuzes het stadsbestuur precies gemaakt heeft.

‘De plicht van de oppositie is zich te verzetten’

Ondanks het feit dat de bejubelde fietszone er komt, blijven De Brugpartij en PVDA sceptisch: zij stellen dat het nieuwe plan gedoemd is om te mislukken zolang als het doorrijdend verkeer niet actief uit het centrum geweerd wordt, terwijl het stadsbestuur eerder wil bekijken wat het effect zal zijn van de fietszone. De ene gelooft dat een fietszone pas effect zal hebben als er meer fietsers dan auto’s door de straten rijden, terwijl de andere aanhaalt dat auto’s de fietsstraten zullen vermijden als ze kunnen, maar dat het centrum wel goed bereikbaar blijft.

Op de gemeenteraad van 4 juni 2020 werd bovendien duidelijk dat de politie aanvankelijk ook sceptisch was over het plan. Dirk Kennis (De Brugpartij) verwees daar naar een advies van de politie, waarin die schreef dat die zich niet geroepen voelde om het inhaalverbod te handhaven, omdat enkele straten in de fietszone nog te breed zijn. Marlon Pareijn (CD&V), schepen van Mobiliteit, repliceerde daarop dat de politie, na een gesprek met het stadsbestuur, uiteindelijk bijdraaide en toch zal inzetten op de handhaving.

Ondertussen brengt de kwestie ook heel wat vragen naar boven bij de automobilisten en de fietsers. Fietsers zijn enerzijds blij dat ze meer plaats toegemeten zullen krijgen, maar zijn ook bang voor een file automobilisten achter hen, terwijl die laatste groep vreest dat ze voortaan tegen 10 à 15 kilometer per uur door het centrum zal moeten kruipen.

In ieder geval zullen vanaf maandag alle ogen op het centrum gericht zijn. Hopelijk zal de fietszone leiden tot wat ze bedoeld is: een aangename fietsstad met een vlot bereikbaar centrum. Wat als een paal boven water staat, is dat voor het welslagen van de fietszone in ieder geval een portie geduld en hoffelijkheid nodig zal zijn van alle groepen. Het plan zal bovendien spoedig geëvalueerd en waar nodig bijgestuurd worden.

© Sander Verwerft