Mol

VITO Mol ontwikkelt toestel waardoor testen op dieren niet langer hoeft

Twaalf jaar is eraan gewerkt, maar nu is het een feit. Het unieke lasertoestel waarmee, zonder gebruik te maken van levende proefdieren, kan worden gemeten of een bepaalde product een schadelijk effect zal hebben op een mensenoog, is opgenomen in de richtlijn van de OECD (Organisation for Economic Co-operation and Development) voor oogirritatie. Het toestel werd doorontwikkeld door de Vlaamse onderzoeksinstelling VITO uit Mol en het Belgische bedrijf Exmore, gevestigd in Beerse, brengt het nu wereldwijd op de markt.

Testen op dieren moeten worden vermeden. Die tendens is al een paar jaar bezig en sinds 2013 zijn dierproeven voor cosmetica verboden. Maar bijna alle producten die op de markt komen, bevatten chemische stoffen en de Europese wetgever eist dat elk product met chemische stoffen wordt getest op de veiligheid voor consumenten. Denken we maar aan cosmetica, schoonmaakproducten, verven of kleefstoffen.

De voorwaarden staan in de REACH-wetgeving (Registration, Evaluation and Authorization of Chemicals). Omdat het mensenoog zo kwetsbaar is, worden die chemische producten ook altijd op ogen getest. Vroeger gebeurde dat via proeven op konijnen. Bij de Draize-test krijgen levende konijnen de stof in de ogen. Deze test wordt, vanwege het dierenleed, al lang gecontesteerd.

De zoektocht naar adequate en betrouwbare methoden die geen gebruik maken van levende dieren, is al lang bezig, maar met nieuwe oplossingen rezen ook nieuwe problemen. Sandra Verstraelen van VITO: ‘Er zijn veel alternatieve testen ontwikkeld, maar iedereen gebruikt andere proeven en andere testcombinaties. Daarom engageerde VITO zich in 2015 ook in het CON4EI-project, een internationaal project dat oogirritatie onderzoekt en niet alleen een databank voor alternatieve testen ontwikkelde maar ook een mix van methoden combineerde om zo tot een betrouwbare teststrategie te komen.’

Cruciaal in die alternatieve teststrategie is de opaciteitsmeter. Die kan de schadelijkheid van een chemische stof op de ogen meten door gebruik te maken van de ogen van dode dieren. Daarbij gaat het meestal om de ogen van kalveren die in slachthuizen uit het slachtafval worden gehaald. De BCOP-methode (Bovine Corneale Opaciteit en Permeabiliteit) is een erkende test (OECD richtlijn 437) die rechtstreeks de effecten van testchemicaliën op de doorschijnbaarheid en de doorlaatbaarheid van het hoornvlies van runderen meet. Tot nog toe gebeurde dat met een toestel dat de lichtdoorlaatbaarheid van het hoornvlies meet, maar daardoor ook enkel schade aan het centrum van het hoornvlies toont. In het lasertoestel dat VITO samen met technologiepartner Exmore heeft doorontwikkeld, werd het gewone licht vervangen door laserlicht en kan schade aan de hele cornea worden gemeten. Daardoor zijn de resultaten niet alleen betrouwbaarder, maar geven ze ook een vollediger beeld van de schade die een stof eventueel aanricht.

Om dit toestel Europees erkend te krijgen als betrouwbaar instrument voor het meten van het effect van chemische stoffen op de ogen, moest het toestel worden gevalideerd en door alle lidstaten als methode worden erkend. De OECD heeft dit lasertoestel nu opgenomen in de officiële richtlijn 437 waardoor het wereldwijd als betrouwbare methode kan worden ingezet bij testen voor oogirritatie waarbij vroeger levende dieren werden gebruikt. Deze procedure van technologie-ontwikkeling bij VITO tot de transfer van het lasertoestel naar Exmore voor commercialisatie heeft twaalf jaar geduurd. VITO zet dit proces van ‘levenscyclusdenken’ nu verder voor de ontwikkeling van nieuwe technologie op het vlak van diagnostiek.

© Antwerps Persbureau