De Vlaamse overheid zal de Geelse gezinsverpleging voordragen om erkend te worden als Immaterieel Erfgoed door UNESCO. Dat heeft Minister van Cultuur Jan Jambon zaterdag bekend gemaakt. Het is symbolisch dat dit de minister dit op 15 mei laat weten. 15 mei is namelijk de naamdag van Sint Dimpna, de patroonheilige van bezetenen en geesteszieken.

Al meer dan 700 jaar vangen de Geelse gastgezinnen psychisch kwetsbare mensen op. In de dertiende eeuw kwamen geesteszieken naar Geel om boete te doen voor Sint Dimpna. Na hun verblijf werden ze ondergebracht bij de lokale bevolking. 7 eeuwen later is Geel nog steeds gekend voor haar gastvrijheid.

Het zorgmodel is door de eeuwen heen geëvolueerd naar het systeem van vandaag. Dat is gebaseerd op drie pijlers: de pleeggast in het pleeggezin, de Geelse gemeenschap die zich tolerant opstelt en het OPZ dat voor de professionele omkadering zorgt.

De gemeenschap rond de gezinsverpleging vraag al sinds 2011 om voorgedragen te worden bij UNESCO. ‘De voordracht nu is niet alleen een erkenning voor de pleeggezinnen en iedereen die zich inzet voor de gezinsverpleging. Via het UNESCO-netwerk hopen wij vooral andere gemeenschappen te inspireren en door uitwisseling ook zelf te groeien,’ zegt Pieter Jans van het OPZ Geel.

Stad Geel, het OPZ, de gezinsverplegingsraad en verschillende organisaties doen al jaren hun best om samen de zorgcultuur en gezinsverplegingspraktijken van generatie tot generatie door te geven. Daarvoor organiseert de stad elke vijf jaar de Dimpnadagen met een ommegang en vertellen de Gelenaren hun verhalen in het Gasthuismuseum en in het bezoekerscentrum van het OPZ. Stad Geel gaat nu, samen met de Vlaamse overheid een dossier maken om in te dienen bij UNESCO. Dat zou in maart 2022 klaar moeten zijn.