Geel

Ecohydrologische studie brengt slecht nieuws voor landbouwers

Natuurgebied De Zegge

Met het drassige voorjaar en de hoge grondwaterstanden in mei lijkt het wel een verhaal uit een ver verleden. Maar de moerassige natuurgebieden Zegge-Mosselgoren en Olens Broek kampen al jaren met droogteproblemen. Daarom werd er vier jaar geleden, in 2020, een ecohydrologische studie besteld door het Agentschap voor Natuur & Bos (ANB) om de waterproblematiek in het moerasgebied Zegge-Mosselgoren en Olens Broek te onderzoeken. Deze natuurgebieden moeten in het kader van het EU Natura 2000 netwerk in de toekomst verder uitgebouwd en aaneengesloten worden tot twee robuuste natuurkernen met zeldzame natuurtypes en daarbij horende soorten. In de eerste plaats zocht men naar oplossingen om het behoud van de actuele natuurwaarden te garanderen, waarna men zal pogen om een meer duurzaam herstel van het ecosysteem van de Zegge te bewerkstelligen.

De probleemstelling

Het Kempische beekdal, waartoe beide natuurgebieden behoren, was oorspronkelijk een systeem met uitgestrekte moerassen, waardoor de sterk meanderende, ondiepe Nete liep. Doorheen het dal kwamen hierdoor specifieke waterafhankelijke habitattypes voor. Vandaag de dag blijven de natuurgebieden Zegge-Mosselgoren en het Olens Broek als sterk gedegradeerde restanten over.

Hierbij zijn er de laatste decennia tal van problemen gerezen. Zo overstroomt het Olens Broek regelmatig vanuit de Kleine Nete, wat het van nature slechts af en toe deed. Bij hevige regenval overstroomt dit natuurgebied met grote hoeveelheden nutriëntenrijk oppervlaktewater, waardoor de natuurdoelen vandaag de dag niet gehaald worden. 

Het natuurgebied de Zegge, anderzijds, overstroomde van nature niet, omdat het boven de eigenlijke vallei van de Kleine Nete ligt. Voor de grote ruilverkavelingswerken in de jaren zestig, waarbij er grotere landbouwpercelen gecreëerd werden in het Zeggegebied, lag het op een locatie op de valleiflank waar erg veel grondwater (kwel genaamd) aan de oppervlakte kwam. Die kwel is er vandaag nog steeds, alleen wordt die structureel naar beneden getrokken door zeer grondige drainage. Daarnaast is het grondwater op bepaalde locaties vervuild met onder andere nutriënten.

Daarbij komt dat het watersysteem sterk gewijzigd is door tal van ingrepen. Vooral het rechttrekken, uitdiepen en indijken van de Kleine Nete moest ervoor zorgen dat er grotere debieten afgevoerd kunnen worden zonder te overstromen, zodat de landbouwgebieden gevrijwaard kunnen worden. De zone langs de rivier werd ingepolderd in de jaren 1950-60 en er werd een grachtensysteem met pompen aangelegd om hemelwater, maar ook het grondwater dat in die zone als kwel aan de oppervlakte komt, af te voeren om de polder voor landbouw te draineren. De Roerdompstraat diende daarbij als een dijk om zeer diep te kunnen ontwateren, met grote impact op het ecohydrologische systeem van het natuurgebied de Zegge.

Ten slotte is het niet alleen vanuit biodiversiteitsoogpunt belganrijk om aan hydrologisch herstel te doen, maar ook vanuit het kader van de strijd tegen klimaatverandering. Binnen de studieregio komen immers historische veenpakketten voor in de ondergrond, die grote hoeveelheden broeikasgassen bevatten die in de atmosfeer terecht kunnen komen wanneer het veen uitdroogt.

Twee soorten maatregelen

In deze complexe problematiek rond verdroging (grondwater), overstroming (oppervlaktewater) en waterkwaliteit (grond- en oppervlaktewater) bekeek het studiebureau twee soorten maatregelen. Ten eerste werkte het bureau dertien acute maatregelen uit die zo snel mogelijk ingevoerd zouden moeten worden, zonder dat het structurele oplossingen zijn voor het probleem. Deze maatregelen bestaan grotendeels uit het plaatsen van stuwen, het vasthouden van water en het verwijderen van hinderende, onnatuurlijke elementen. Maar het schoentje lijkt vooral ook te wringen bij het moeilijk te realiseren, maar erg belangrijke dertiende punt: ‘Het verbeteren van de waterkwaliteit in de Kleine Nete en zijwaterlopen door afkoppelen van overstorten en handhaving van wetgeving rond lozingen en invloei van erfsappen en andere verontreinigde media.’ Het is dus, in om het even welk scenario, van belang dat overstorten in de Kleine Nete tussen Dessel en Herentals aangepakt worden.

Al deze ingrepen hebben als doel om de ontwatering tijdens droogte te verminderen en bij piekdebieten overstromingswater maximaal over de vallei te spreiden. Men wijst er bij dit zogenaamde ‘technische scenario’ wel op dat het een groot aantal kunstwerken vereist en ingrepen die onderhoud vergen en gevoelig kunnen zijn voor technische defecten. Het kan dus ook niet als een duurzame oplossing op de langere termijn gezien worden, maar als een noodzakelijke no-regretmaatregel.

Als tweede soort maatregelen stuurt het studiebureau aan op een systeemherstel in het valleigebied. Dit is een veel duurzamere oplossing met belangrijke ecologische winsten voor de Kleine Nete en de omliggende gronden. De makers van het rapport stellen dat ‘de volledige herprofilering en hermeandering van de Kleine Nete compatibel zijn met de huidige situatie. Hiermee kan op korte termijn gestart worden, wanneer de ruimte beschikbaar is.’

Wat nu met de landbouw in het Zeggegebied?

Hoe dan ook is deze studie slecht nieuws voor de landbouwers in het projectgebied. De ruimte om de Kleine Nete te herprofileren is momenteel immers grotendeels in gebruik door landbouwers. De studie bekeek het gebied dan ook louter vanuit het standpunt van de te realiseren Europese natuurdoelen. De landbouwers lijken bijgevolg dus het kind van de rekening te zullen worden. Er zal nu een taskforce opgericht worden onder leiding van de Vlaamse regering, die ook zal moeten kijken naar de effecten voor de landbouwers.

Die vrezen nu in ieder geval een lange, onhaalbare strijd tegen de natuurdoelen, wat de polarisering tussen landbouw en natuurbeleid verder op scherp stelt. Landbouwers vandaag de dag hebben het vaak al moeilijk, maar met bijkomende natuurmaatregelen, lijkt traditionele landbouw in het gebied met Europees beschermde natuur, bijna onmogelijk te zullen worden. Voor de landbouwers in het projectgebied dreigt er dus wellicht ofwel een lange juridische strijd ofwel een erg lastig traject om hun landbouwgronden aan te passen voor alternatieve teelten op waterrijke gronden. Vandaag de dag zijn daar ook Europese subsidies voor beschikbaar.

Het gevaar dreigt dat landbouwers vandaag de dag afgeschrikt worden door de donkere onweerswolken die boven hun hoofd hangen. Zo zijn er verschillende berichten van landbouwers die eieren voor hun geld kiezen en het niet langer zien zitten om in het Zeggegebied hun landbouwbedrijf verder te zetten.

© Sander Verwerft