Vanaf half mei kunnen de brandharen van eikenprocessierupsen weer voor overlast zorgen voor mensen en dieren die onder eikenbomen passeren. Daarom bezoekt de stad Geel binnenkort preventief gekende locaties en waar nodig gaat men nesten verwijderen om hinder te voorkomen. Deze nieuwe werkwijze werd vorig jaar voor het eerst gedaan en was meteen een succes.
De eikenprocessievlinder is een inheemse nachtvlinder. De rupsen verdedigen zich met brandharen op hun lichaam. Die haren gebruiken ze ook om hun nest te bouwen in eikenbomen. Haren die loskomen, kunnen terechtkomen op voorbijgangers, spelende kinderen en dieren en kunnen een brandende jeuk veroorzaken. Gelukkig verdwijnt deze na enkele dagen vanzelf.
Toch wil stad Geel de hinder zoveel mogelijk beperken. Mocht men toch eikenprocessierupsen zien op openbaar domein, dan kan men dat melden bij de stad Geel. Elke melding wordt nagekeken en als het nodig is brengt de stad Geel signalisatielinten aan op de aangetaste bomen. Men gebruikt nooit biociden om rupsen te bestrijden, een aannemer zuigt hen op met een speciale stofzuiger.